Kunstmuseum Den Haag heeft een schatkamer van meer dan 160.000 kunstwerken. Hier werken we aan de online ontsluiting van de hoogtepunten uit deze collectie.
Marthe Wéry was altijd op ontdekkingstocht, op zoek naar de fundamenten van de schilderkunst. In het retrospectief 'Marthe Wéry, Kracht van de eenvoud' staat deze speurtocht centraal.
Vergeten meester opnieuw in de schijnwerpers
SInds haar plotselinge overlijden in 2005 is er in Nederland weinig aandacht geweest voor haar werk, terwijl zij een van de belangrijkste moderne kunstenaars van België was. Het Gemeentemuseum toont deze zomer een prachtig overzicht van haar oeuvre; van het vroege geometrische werk, geïnspireerd op het constructivisme van Malevich tot aan haar poëtische monochromen waarmee ze doorbrak in de jaren ’80.
Malevich als inspiratie
Haar voortdurende studie naar de elementaire bouwstenen van de schilderkunst (drager, verf, kleur en lijn) begint met geometrische composities, beïnvloed door het constructivisme. Eind jaren ’60 leert Wéry het werk van de Poolse kunstenaar Wladyslas Strzeminski kennen, die nog had samengewerkt met de Rus Kasimir Malevich. Hij speelt een belangrijke rol in haar keuze de compositie geheel los te laten en zich te richten op het structureren van het gehele oppervlak. Ze werkt in deze periode veel in wit, grijs en zwart waarbij herhaling een belangrijke component was. Vanaf die tijd breekt Wéry ook internationaal door. Haar werk is te zien in de groepstentoonstelling Fundamentele Kunst in het Stedelijk Museum (1975) op de Documenta in Kassel (1977) en ze vertegenwoordigt België op de Biënnale in Venetië (1982). In 1987 heeft ze haar eerste solotentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag, dat toen ook een werk van haar aankocht.
Van strenge lijn naar sferische kleur
Marthe Wéry (1930-2005) studeerde schilderkunst aan La Grande Chaumière in Parijs en leefde en werkte daarna in Brussel. Na een minimalistische periode waarin Wéry overwegend op papier werkt, maakt eind jaren ’70 het strenge karakter van de lijn plaats voor het sferische karakter van kleur. Vanaf die tijd maakt ze vooral vierkante en rechthoekige monochromen waarbij de plaats van het kunstwerk in de ruimte steeds belangrijker wordt. Haar installaties gaan altijd een dialoog aan met de omringende architectuur.
Verliefd op verf
Het atelier waar ze tot aan haar overlijden werkte, is nog steeds grotendeels intact, maar nu in gebruik als depot van haar werk. In de grote, ‘industriële’ ruimte zijn nog veel persoonlijke aandenkens te vinden, zoals een zuil met groeistreepjes van haar kleinkinderen en achtergelaten verftafels. Sommige panelen lijken te wachten de meester haar penseel weer zal pakken. Het is niet moeilijk voor te stellen hoe Wéry in het atelier aan het werk was. Hoe ze aluminium of houten panelen in een grote bak zette en daar langzaam laag over laag verf overheen liet lopen. Wéry hield van verf. Van de vloeibaarheid ervan, van de eindeloze invloed die kleur en transpantie op elkaar hebben en van de mogelijkheid om toeval en beheersing in elkaar over te laten lopen.
De tentoonstelling is gemaakt met medewerking van Bounameaux Art Expertise, Brussel, dat in opdracht van de echtgenoot en kinderen van Marthe Wéry haar artistieke nalatenschap beheert en bestaat voor een groot deel uit werken afkomstig uit haar atelier. Bij de tentoonstelling verschijnt een tentoonstellingsgids met tekst van Jet van Overeem.